Een dans voor het Sint Jansfeest en de zomer

Speelwijze 1

Dit is de orginele speelwijze.

De kinderen staan in twee lange rijen tegenover elkaar. De twee kinderen die tegenover elkaar staan, vormen samen een paar.
Terwijl één van de twee kinderen de armen gekruist houdt, geven ze elkaar de beide handen.

• Twee emmertjes. . . . . .poortje heen
  Terwijl de linkerhand naar voren beweegt gaat de rechterhand naar achteren. Zo maak je 'zagende', 'pompende' bewegingen.
• De kinderen laten de handen los, stappen achteruit, om ruimte te maken voor de dansers.
• Van je ras ras ras . . .
  Alle kinderen klappen nu met de maat mee, en gaan hiermee door tijdens het hele lied (tot: 'van je een, twee, drie'). En gelijk danst nu het voorste paar met zijwaartse galoppas tussen de rijen door.
• 'Van je voort...: zijwaartse galoppas terug -
• Van je erk... ...door de kerk': nog eens heen, en sluit dan aan, achteraan de rij.
• Van je één - twee - drie
  De twee rijen stappen op de maat terug naar elkaar toe en het spel begint opnieuw.

Dus bij deze speelwijze danst er tijdens het zingen van het lied één paar tussen de rijen door. De andere paren komen aan de beurt bij de herhalingen van het spel.

Speelwijze 2 - voor een grote groep

Om te zorgen dat in een grote groep toch iedereen aan de beurt komt om tussen de rijen door te dansen, kunnen we het spel iets veranderen vanaf de tweede strofe:

• Van je ras ras ras . . .
  Het voorste paar gaat (met handen vast) met huppelpas (tweede filmpje) , of met zijwaartse galoppas (eerste filmpje), tussen de rijen door en sluit achteraan aan.
• Van je voort, voort voort...
  Het paar dat nu vooraan staat gaat tussen de rijen door.
• Van je erk erk erk......kerk
  En het paar dat nu vooraan staat volgt, en sluit ook achteraan aan.
• Van je een twee drie...
  Zoals bij de eerste speelwijze stappen de twee rijen terug naar de beginpositie, en het spel begint opnieuw.

Bij deze speelwijze gaan dus tijdens het zingen van het lied drie paren achter elkaar tussen de rijen door: bij iedere zin het volgende paar.

Voor beide speelwijzen geldt:
Zorg voor voldoende ruimte, zodat de paren steeds ongestoord achteraan aan kunnen sluiten.

Als er niét genoeg ruimte is laat je de kinderen na 'één twee drie' - een stap opzij doen, zodat de rijen hun oorspronkelijke plaats in de ruimte houden. Het is mooi als het ritme hierbij wel gewoon door kan blijven gaan. Het wordt dan: 'Van je één .., twee.., drie..' en stap.., Twee emmertjes...' etc. Op de bovenste video is deze tussenmaat (door de accordeon) goed te horen.

Veel plezier met de dans!

Tineke.