Een verhaal van Maya Muntz
Voor iedereen vanaf ca. 8 jaar
Hij verscheen aan mij voor het eerst toen het bewustzijn van mijn eigen zieleleven in mij begon te ontwaken.
Groot en wonderschoon was hij. Zo groot dat het onmogelijk scheen, dat hij door de toch zeer hoge deur van mijn kamer was binnengetreden en zo mooi dat het was alsof een glans hem omgaf. Maar zijn gestalte zelf was donker en geheimzinnig.
Hij gleed geruisloos naar mijn kinderbedje en liet zich neer aan het voeteinde. Ik zag twee grote vleugels achter zijn rug. . . . Ik was verstijfd van angst. . . ."Wees niet bang," zei hij en zijn stem was als het verre dreunen van een lawine in hoge bergen.
"Wie ben je?" stamelde ik en beefde. "Ben je de duivel?" - "Oh nee," glimlachte hij. "Al het boze is mij vreemd. Ik ben een berggeest. Mijn naam is El-Borus en ik kom als een vriend, je hebt mij geroepen." - "Hoe kon ik je roepen?" verwonderde ik mij, "Ik ken je niet."
"Je riep me met je hart," antwoordde hij. "Je zoekt overal de Schoonheid en je herkent haar in de natuur. Met je hart heb je haar begrepen zover het voor een mensenkind mogelijk is, want het ganse geheim van de Schoonheid kunnen mensen niet omvatten. Haar onbeschrijfelijke grootheid is voor hen niet toegankelijk. Slechts enkelen kunnen een straal van haar opvangen. Toch wordt aan degenen die zoeken steeds een helper gezonden. Je bewondert de schoonheid van Moeder Aarde en hebt haar lief en zij stuurt mij naar je toe. Je bent vaak daar geweest waar grote bergen hun machtige ruggen uitstrekken en je hebt hen je hart geschonken. Daarom kom ik, een berggeest, naar je toe. Vrees je me nog?"
"Oh nee," fluisterde ik. Hij glimlachte. "Ik blijf vannacht bij je," zei hij. "Wil je dat ik over onze Moeder Aarde vertel?" Ik knikte en hij sprak:
"Ieder keer als het Moeder Aarde lukt om in haar scheppingen het gelaat van de Schoonheid te weerspiegelen, schenkt de Algeest haar een van ons om haar werken te hoeden en te verzorgen. We zijn de geesten van bergen, bossen en woestijnen, van rivieren en zeeën, van aarde en water, van lucht, licht en vuur. We leven in de kracht van de aardkorst, in het stromen van het water, in de adem van de wind, in de glans en de warmte.
We zijn soms groot en geweldig, soms heel klein en teer. Iedere berg en alle zeeën, maar ook ieder bloempje of beekje hebben hun geest. We zijn eeuwig jong en mooi en leven zolang de schoonheid van Moeder Aarde niet geschonden wordt.
Zolang de bodem niet wordt vergiftigd en het water niet wordt vertroebeld, zolang de heldere lucht niet wordt vervuild en de trotse adelaar niet wordt verjaagd uit zijn nest in de bergen, zolang de planten nog groeien en bloeien. Maar, als het niet meer zo is, dan . . . gaan we weg . . . stil en verdrietig . . . En op onze plaats komen anderen. Maar van hen zal ik je niet vertellen, om je niet bang te maken."
El-Borus zweeg. - Het was stil in de halfdonkere kamer die alleen verlicht werd door een zachtknetterend lichtje voor de Ikoon. "Zal je me vaak komen vertellen?" vroeg ik schuchter.
"Niet alleen vertellen zal ik je, maar ook veel laten zien," beloofde hij. "Wij zullen samen vliegen door ruimte en tijd, van waarheid naar sproken, soms wakend, soms dromend . . . Wil je met mij mee komen?" Zijn stem was nu zo zacht als het ruisen van grashalmen 's zomers op een berghelling. Ik strekte mijn armpjes naar hem uit en voelde zijn warme mantel mij omhullen.
We zweefden over onmetelijke diepten. . . .
Weer sprak hij: "Ik breng je naar het Rijk der Dromen en Verlangens. Van hun Gebiedster zul je een ring ontvangen - een toverring. Je mag hem alleen maar 's nachts dragen, of als je alleen bent. Hij schenkt jeugd aan het hart en laat verborgen geheimen zien en horen. Ook zullen alle broeders en zusters van mij je helpen en beschermen. Dat is het antwoord van Moeder Aarde op jouw liefde voor haar."
Vanaf die nacht komt El-Borus vaak naar mij. Hij zoekt me op, 's nachts en overdag en in alle jaargetijden. Hij neemt me mee naar grenzeloze verten, we zweven over ontzaglijke diepten, wij glijden over woestijnen en zeeën of rusten in verborgen mooie plekken van de aarde. Hij vertelt en zijn woorden, vol schoonheid en magie, scheppen beelden die leven en weven vóór me. Onbekende, onaardse wezens verschijnen, mensen trekken voorbij, dieren komen naar mij vol vertrouwen, ik zie planten groeien en bloeien. . . .
Hij spreekt over de geheimen der schepping en ofschoon ik niet alles begrijp, zegt hij soms: "Dat moet je de mensen vertellen!" En ik tracht het te doen, maar ik weet dat het me nooit zal lukken om de onbeschrijfelijke toverkracht van zijn woorden weer te geven.
Vergeef me mijn onmacht, El-Borus! Ik ben maar een mens en niet eens meer een kind – een kind kan zo veel meer. . . Maar help me toch om tenminste een deel van je geschenken aan andere mensen door te geven!
Maya Muntz
Vertaling: Rotterdam 1963
Geschreven in januari 1920
(In 't Russisch)
Bron: 'Verhalen van de Berggeest', legenden voor onze tijd,
geschreven door Maya Muntz, Uitgeverij 'Zevenster'
Een schaduwspel naar een stapelsprookje
Verhalen vertellen | winter
Een verhaal voor de kersttijd
Nienke van Hichtum
Kersttijd | verhalen vertellen
Een kerstverhaal voor de kleintjes
Hermien IJzerman
Verhalen vertellen | Kersttijd
De Ezel, de Beer en de Nachtegaal
Een verhaal voor de lentetijd
voor kinderen van 7 t/m 8 jaar
Lente | verhalen vertellen
Een oudejaarsavondverhaal uit Japan
vanaf 10 jaar
Oud en nieuw | verhalen vertellen | Kersttijd
Een paasverhaal uit Griekenland, vanaf 10 jaar
Maja Muntz-Koundoury
Paastijd | verhalen vertellen
Een kerstverhaal voor kinderen vanaf 8 jaar
Uit: 'Christuslegenden' van Selma Lagerlöf
Kersttijd | verhalen vertellen
Een verhaal voor kleine kinderen
Door Hermien IJzerman
Kersttijd | verhalen vertellen
De Nachtegaal, een paaslegende
Voor kinderen vanaf 7 jaar
Hermien IJzerman
Palmpasenweek | verhalen vertellen | Paastijd
